Ai maakt populaire programmeertalen nog populairder

In dit artikel:

In augustus 2025 noteert de Tiobe-index een ongekende piek voor Python: 26,14 procent—het hoogste aandeel sinds het begin van de index in 2001. Volgens Tiobe-ceo Paul Jansen hangt die groei direct samen met de opmars van ai-gebaseerde programmeerassistenten zoals GitHub Copilot, Google Gemini Code Assist, Amazon Q Developer, Microsoft Copilot en Cursor.

Onderzoek van Stanford (door Yegor Denisov-Blanch) ondersteunt dit beeld: ai-codehulpjes blijken circa twintig procent effectiever te zijn wanneer ze op populairdere talen worden ingezet. De verklaring is technisch en praktisch tegelijk: er is simpelweg veel meer trainingsdata, documentatie en voorbeeldcode beschikbaar voor die talen, waardoor de ai-modellen betere suggesties en completere hulp kunnen bieden.

Die arbeidsbesparende voorsprong vertaalt zich in gedragsverandering bij ontwikkelaars. Veel programmeurs kiezen steeds vaker voor gevestigde talen omdat die betere ai-ondersteuning, rijkere libraries en grotere communities bieden. Dit versterkt een consolidatie aan de top van de markt: de vijf grootste talen (Python, C++, C, Java en C#) controleren samen inmiddels meer dan de helft van de index.

De consequentie is dat niche- en nieuwere talen het moeilijker krijgen om door te breken; zonder sterke ai-ecosystemen blijven ze onbemind en minder aantrekkelijk voor werkgevers en opleiders. Voor de industrie betekent dit een verschuiving in hoe vaardigheden ontstaan: niet alleen leren van principes en syntax, maar ook kiezen voor talen die door ai worden versterkt.