Clingendael vreest grootschalige ronseling van Nederlandse tiener-spionnen
In dit artikel:
Denktank Clingendael waarschuwt dat Russische inlichtingendiensten steeds vaker Nederlandse jongeren proberen te rekruteren voor spionageactiviteiten. De waarschuwing volgt op de arrestatie van twee zeventienjarige jongens die verdacht worden van het uitvoeren van heimelijke opdrachten; met een wifi‑sniffer brachten zij netwerken van onder meer Europol en Eurojust in kaart, een instrument dat ook data kan onderscheppen. De observatie werd gedeeld door Bart van den Berg van Clingendael tijdens een bijeenkomst op 30 september in Den Haag, naar aanleiding van de One Conference.
Clingendael ziet een verschuiving in Russische werkwijzen: omdat het moeilijker is geworden om traditionele spionnen via diplomatieke posten naar het Westen te sturen, wordt online werving via platforms als Telegram en gamingomgevingen aantrekkelijker. Jongeren komen daar in contact met pro‑Russische hackers of leeftijdsgenoten die opdrachten aanbieden; de ouders van de twee aangehouden jongens melden dat hun kinderen zo benaderd zouden zijn. De denktank verwacht dat deze modus operandi vaker zal voorkomen.
Tegelijkertijd signaleert Clingendael een bredere geopolitieke verschuiving: Rusland is veel minder geïsoleerd dan vaak wordt aangenomen. Een aantal Afrikaanse landen, naast middelgrote mogendheden zoals Zuid‑Afrika, Brazilië, India en Indonesië, beweegt zich meer naar het Russische kamp of neemt een neutrale, Rusland‑vriendelijkere houding aan. Dat vergroot het internationale speelveld voor cyber‑ en informatieactiviteiten.
Technologie speelt een steeds prominentere rol in deze geopolitieke dynamiek. Grote private spelers en platformen — denk aan Elon Musk’s ondernemingen en het sociale netwerk X — beïnvloeden toegang tot data en infrastructuur die belangrijk zijn voor AI‑ontwikkeling. Die verwevenheid van tech en geopolitiek creëert grijze gebieden tussen vrede en oorlog, waar klassieke afschrikking in cyberspace weinig effect heeft. Tegelijk leidt de opkomst van AI tot extra onzekerheid over wie nog betrouwbaar is, en versterkt het de roep om digitale soevereiniteit.
Clingendael maakt zich ook zorgen over de kwetsbaarheid van randapparatuur (edge devices) en kritieke netwerkhardware. Vorig jaar werd Fortigate‑apparatuur bijvoorbeeld doelwit van Coathanger, een door een staat gesteunde Chinese RAT. Ministeries noemen zelden expliciet de herkomst van zulke aanvallen, uit angst voor diplomatieke repercussies; alleen bij Rusland is die drempel lager doordat de betrekkingen al gespannen zijn.
Kortom: Clingendael signaleert een toename van digitale rekruteringsinspanningen onder jongeren, een verruiming van het geopolitieke front en groeiende risico’s door verwevenheid van technologie, private spelers en statelijke belangen — een combinatie die nieuwe vormen van hybride dreiging en kwetsbaarheid oplevert.