Datacenterbranche heeft sentiment tegen zichzelf gekeerd

donderdag, 23 oktober 2025 (17:03) - Computable

In dit artikel:

De Europese datacentersector, vertegenwoordigd in Nederland door de Dutch Datacenter Association (DDA), waarschuwt al jaren dat meer capaciteit nodig is voor ai, cloud, cybersecurity en industrie 4.0. Tegelijkertijd groeit in gemeenten, provincies en onder burgers het verzet tegen nieuwe datacenters: bouwstops, lokale weerstand en politieke argwaan ondermijnen het narrative dat datacenters onmisbaar zijn. Kernoorzaak: gebrek aan transparantie vanuit de sector zelf.

Waar andere industrieën open rapporteren over energieverbruik en emissies, hielden veel datacenterbedrijven hun cijfers achter gesloten deuren uit bedrijfsgevoeligheid. Belangrijke meetwaarden zoals PUE (maat voor koelefficiëntie), waterverbruik, restwarmtelevering en het aandeel daadwerkelijk gebruikte hernieuwbare stroom zijn zelden publiek verifieerbaar. Het totale Nederlandse elektriciteitsgebruik door datacenters blijft een ruwe schatting — vaak genoemd tussen 2 en 4 procent — wat wantrouwen voedt bij netbeheerders, energiebedrijven en beleidsmakers die juist behoefte hebben aan harde data voor infrastructuurplanning.

De sector reageerde bovendien meestal defensief op regelgeving: lobbywerk vertraagde aanscherping van de Europese Energie-efficiëntierichtlijn (EED) en er was weerstand tegen eisen rond restwarmtelevering en lokale duurzaamheidscriteria. Communicatie richtte zich vaak op marketingclaims — “100% groene stroom”, “CO2-neutraal” — zonder de onderliggende, door externe partijen controleerbare gegevens te publiceren. Veel bedrijven gebruiken garanties van oorsprong (GvO’s) om stroom als ‘groen’ te labelen, terwijl de fysieke elektriciteit uit het net in Nederland veelal uit gascentrales komt. Ook de zogenaamd beschikbare restwarmte wordt in praktijk weinig daadwerkelijk aan warmtenetten geleverd.

De speelregels veranderen echter snel. Met de EED-herziening en de CSRD wordt transparantie wettelijk: vanaf 2024 moeten datacenters groter dan 500 kW hun energieverbruik, PUE, aandeel hernieuwbare energie, afvalwarmte, watergebruik en benutting van restwarmte melden in openbare nationale registers. De CSRD verplicht duizenden bedrijven — inclusief datacenteroperators — om jaarlijks gecontroleerde rapportages over Scope 1–3 emissies en duurzaamheidsgovernance te publiceren.

Ironisch genoeg had de branche deze omslag zelf kunnen aansturen door jaren geleden vrijwillig te meten, restwarmteprojecten te stimuleren en prestaties onafhankelijk te laten auditen. Nu worden die verplichtingen van bovenaf opgelegd en is het publieke vertrouwen beschadigd.

Voor de toekomst is er een keuze: datacenters kunnen blijven strijden tegen eisen en zo het tegengevoel versterken, of ze kunnen hun maatschappelijke legitimiteit terugwinnen door concrete stappen te zetten. Nodig zijn eerlijke, verifieerbare data, openbare rapportage, onafhankelijk toezicht, aantoonbare integratie van hernieuwbare energie en het daadwerkelijk benutten van restwarmte voor stadsverwarming. De sector heeft hiervoor de technische mogelijkheden — continu bedrijf, voorspelbare belasting en een grote restwarmtepotentie — en kan zo een motor van de energietransitie worden, mits de mentaliteitswisseling naar volledige transparantie plaatsvindt.