De echte verkiezingsvraag: zijn we klaar voor de ai-economie?
In dit artikel:
Met de verkiezingen voor de deur waarschuwt Jeroen van Hamersveld (managing director NTT Data Nederland) dat kunstmatige intelligentie geen voorbijgaande noviteit is maar een ingrijgende economische en maatschappelijke omslag. Volgens hem raakt ai straks álle sectoren — van zorg en onderwijs tot industrie en overheid — en het is niet de vraag of Nederland wordt beïnvloed, maar of het land de ontwikkeling gaat sturen.
Van Hamersveld wijst op twee urgente problemen: terwijl andere Europese landen (hij noemt onder meer België) grootschalig investeren in datacenters, kennis en technologie, blijft Nederland hangen in binnenlandse knelpunten zoals stikstofdiscussies, vergunningprocedures en beperkte stroomcapaciteit. Die vertraging kost volgens hem technologisch kapitaal, banen, innovatiekracht en belastinginkomsten. Als voorbeeld noemt hij de recente investering van €200 miljoen in een ai-hub in Groningen als teken dat publiek-private samenwerking wél kan werken — maar dat dit slechts een begin is.
Een technische verschuiving die hij benadrukt is dat binnen enkele jaren een groot deel van het internetverkeer niet meer mensgestuurd zal zijn maar afkomstig van autonome ai-systemen (agent-to-agent). Dat vergroot de vraag naar data, rekenkracht en energie exponentieel en vereist duurzame, schaalbare infrastructuur en gerichte investeringen in datacenters.
Zijn oproep: een nationale ai-strategie en een gezamenlijke, langetermijnagenda waarbij overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken. Nederland heeft volgens hem de talenten en infrastructuur, maar mist de collectieve wil en het beleid om die troeven te benutten en zo zijn positie als digitaal knooppunt in Europa te behouden.