Intel waarschuwt voor risico's na omstreden staatsdeelname VS
In dit artikel:
De Amerikaanse regering heeft bijna 10 procent van Intel gekocht, een zet die zowel door president Trump als door het bedrijf met gemengde gevoelens wordt ontvangen. Intel-topman Lip‑Bu Tan verklaarde maandag dat het bedrijf geen staatssteun nodig heeft, maar dat de regering welkom is als aandeelhouder. In een bijlage bij de beursmelding (Form 8‑K) heeft Intel een uitgebreide risicoanalyse opgenomen waarin de chipmaker waarschuwt voor juridische, politieke en financiële onzekerheden rond de transactie.
Belangrijke onzekerheden zijn of en wanneer de overeengekomen financiering daadwerkelijk vrijkomt en of wetswijzigingen of politieke verschuivingen de deal kunnen doorkruisen. Hoewel het Department of Commerce contractueel is verbonden, hebben andere overheidsinstellingen geen garanties gegeven. Financieel gezien verandert de omwisseling van eerder toegezegde subsidiegelden in aandelen de boekhouding en kan het toekomstige kostenvoordelen wegnemen; bovendien leidt het tot verwatering van bestaande aandeelhouders. Intel waarschuwt ook dat buitenlandse overheden die subsidies geven — zoals Duitsland bij fabrieksbouw — hun houding kunnen wijzigen of zelf aandelen willen, wat toegang tot kapitaal duurder kan maken.
De stap zet Intel politiek in een lastige positie: besluiten die anders puur zakelijk zouden zijn, kunnen nu politieke overwegingen bevatten. Silicon Valley en delen van Washington zien vraagtekens bij de langetermijngevolgen. Trump profileert het als een grote overwinning en heeft aangegeven vergelijkbare ingrepen in het bedrijfsleven te willen herhalen; recent nam hij ook andere industriële stappen richting techbedrijven en leveranciers van zeldzame aardmetalen. Er bestaat bovendien een optie voor de staat om nog eens 5 procent extra te kopen onder bepaalde voorwaarden, wat verdere verwatering kan veroorzaken.
Cruciaal is dat de staatsdeelname alleen geen antwoord biedt op Intels grootste problemen: een technische achterstand op concurrenten zoals TSMC en terughoudende klanten. Intel zegt pas grootschalig te investeren in de nieuwste productietechnologie (14A, gebaseerd op ASML’s High‑NA EUV) als er voldoende orders zijn. Washington heeft beperkte mogelijkheden om te helpen als Intel technisch tekortschiet; in het uiterste geval zou druk op klanten kunnen ontstaan om minder geavanceerde chips te accepteren om politieke wrijving te vermijden. In een land waar staatsinterventie in het bedrijfsleven ongebruikelijk is, blijven er forse twijfels of Trumps industriële koers de techsector op de langere termijn zal versterken.