Kabinet wil meer grip op digitale infrastructuur, kiest wel voor realistische koers
In dit artikel:
Het kabinet heeft in 2025 de Visie Digitale Autonomie vastgesteld, een routekaart voor de komende jaren die zoekt naar een middenweg tussen meer eigen zeggenschap over technologie en de realiteit van afhankelijkheid. Doel is dat de overheid meer grip krijgt op systemen, data en infrastructuur zodat publieke taken betrouwbaar blijven functioneren, terwijl strategieën worden uitgewerkt om strategische afhankelijkheid van grote (voornamelijk Amerikaanse) cloudaanbieders te verminderen.
De aanpak is bewust voorzichtig en gefaseerd: er komt geen categorical verbod op specifieke leveranciers, maar het rijksbrede cloudbeleid wordt aangescherpt en in de eerste helft van 2026 volgt een verkenning vanuit het NDS-programma naar de mogelijkheden voor een soevereine overheidscloud. Het kabinet wil bestaande (Amerikaanse) leveranciers combineren met Europese alternatieven, samenwerken binnen Europa stimuleren en publieke waarden zoals privacy, veiligheid en democratie verankeren in toekomstige keuzes over infrastructuur en leveranciers.
De visie formuleert strategische bouwstenen en leidende principes maar laat ook ruimte voor interpretatie door CIO’s, wat kan betekenen dat sommige onderdelen in de praktijk weinig veranderen. Erkenning is aanwezig dat het versterken van digitale autonomie langdurige investeringen vergt en gepaard kan gaan met hogere kosten, verlies van schaalvoordelen en mogelijk tragere innovatie. Daarom wordt gepleit voor een cultuurverandering binnen de overheid: meer bereidheid tot risico’s, leren van mislukkingen, sneller handelen en ruim baan voor pilotprojecten.
Kort gezegd: Nederland kiest voor een realistische, geleidelijke koers richting meer digitale soevereiniteit, met nadruk op samenwerking, Europese versterking en selectieve bescherming waar dat echt nodig is. Het moment om te beginnen is volgens de visie nu.