'Nederlandse Digitaliseringsstrategie gaat zeker één miljard per jaar kosten'
In dit artikel:
Erik‑Jan Boon, programmadirecteur van het uitvoeringsprogramma van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS), zei tijdens een how-to-sessie van de Rijks Innovatie Community op 17 november dat structurele meerjarige investeringen nodig zijn die kunnen oplopen tot ongeveer een miljard euro per jaar. Die middelen zijn volgens hem essentieel om digitalisering in de overheid en publieke sector op peil te houden en vooral om de digitale weerbaarheid te borgen. Een eerste versie van een investeringsagenda wordt binnen één à twee weken verwacht; een definitieve versie volgt halverwege 2026.
De NDS is opgezet als een groeimodel en werkt via zogenaamde coalitions of the willing: per prioriteit—zoals cloud, ai, data, digitale weerbaarheid en ‘burger en ondernemer centraal’—richten aanjaagteams zich op concrete acties en implementatie. De aanpak kiest voor beginnen met wat kan en wie wil meedoen, in plaats van lang debat zonder uitvoer.
De strategie vraagt ook om een cultuurverandering binnen organisaties: weg van ‘ieder voor zich’, meer gebruik van gedeelde standaarden, bouwstenen en collectieve oplossingen. Programmamanager Anne‑Marie van der Poel lichtte toe dat de prioriteit ‘Burger en ondernemer centraal’ vooral draait om het herontwerpen van dienstverlening zodat burgers niet meer de complexiteit van de overheid hoeven te ervaren. Veertig gemeenten experimenteren al met overheidsbrede loketten waar één professional, ondersteund door een netwerk van uitvoeringsorganisaties, inwoners en ondernemers integraal helpt. Daarnaast werkt haar team aan digitale dossiers, een ai‑kennisassistent en betere informatievoorziening via overheid.nl. Concrete verbeteringen zoals automatisch uitstel van BTW-aangifte voor nabestaanden en ketenherontwerp vanuit de Levensgebeurtenissen-aanpak werden genoemd.
Op het terrein van ai pleit programmamanager Jasper Kars voor de overgang van veel individuele pilots naar grootschalige, verantwoorde adoptie. Een nieuwe opschalingsfaciliteit moet helderheid geven over wanneer en hoe opgeschaald kan worden; begeleidingsteams moeten de daadwerkelijke implementatie ondersteunen. Zes toepassingsgebieden zijn als eerste focus benoemd, waaronder ai‑assistenten voor ambtenaren, de gemeentelijke GemChat‑chatbot en ai‑ondersteuning voor de Omgevingswet. Ook wordt gewerkt aan een auditeerbaar kader voor ai en onderzoekt TNO de oprichting van een overheidsbreed ai‑competentiecentrum.
Hoogleraar GovTech Nitesh Bharosa (TU Delft) waarschuwde dat de NDS een einde moet maken aan vrijblijvendheid tussen overheidsorganisaties en pleitte voor capaciteitsontwikkeling om collectief te organiseren en decentraal te implementeren. Volgens hem zijn nieuwe governanceinstrumenten nodig om actoren met zowel prikkels als verplichtingen te bewegen gemeenschappelijke digitale voorzieningen te gebruiken; zonder zulke instrumenten ontbreekt de schaal die voor transformatie vereist is. Hij waarschuwde eveneens tegen top‑down uitvoeringsmodellen en kortetermijn‑it‑projectdenken die de langlopende aard van digitale transformatie negeren.