Python-stichting wijst forse overheidssubsidie af door controversiële voorwaarden
In dit artikel:
In januari 2025 vroeg de Python Software Foundation (PSF) voor het eerst in haar bestaan een subsidie aan bij de Amerikaanse National Science Foundation (NSF): 1,5 miljoen dollar over twee jaar om structurele beveiligingsproblemen in Python en PyPI aan te pakken. De aanvraag werd formeel goedgekeurd — een prestatie, omdat slechts 36 procent van nieuwe aanvragers bij de eerste poging slaagt — maar de PSF zag af van het geld nadat ze de contractvoorwaarden las.
De NSF-eis verbood de stichting alle programma’s die diversiteit, gelijkheid en inclusie (DEI) promoten, niet alleen binnen het gesubsidieerde beveiligingsproject maar voor álle activiteiten van de PSF. Loren Crary, deputy executive director van de PSF, omschreef de clausule letterlijk: “De contractvoorwaarden leggen op dat we geen programma’s uitvoeren die diversiteit, gelijkheid en inclusie bevorderen of promoten.” Bovendien zou de overheid het recht hebben uitgekeerde gelden terug te vorderen bij vermeende overtredingen, wat volgens Crary “een enorm financieel risico” zou vormen. Daarom weigerde de stichting het aanbod, ondanks teleurstelling over de situatie.
De keuze is vooral symbolisch maar toch betekenisvol. PSF is een relatief kleine non-profit met veertien medewerkers en een jaarbudget van ongeveer vijf miljoen dollar, maar beheert de ontwikkeling van Python — de populairste programmeertaal ter wereld en essentieel voor veel data- en AI-infrastructuur. Omdat veiligheid in die ecosystemen cruciaal is, had de subsidie praktisch veel impact kunnen hebben; principiële overwegingen wonnen echter van financieel gewin.
Diversiteit en inclusie maken integraal deel uit van de missie van de PSF: zowel het promoten van de taal als het ondersteunen van een internationale en diverse gemeenschap. De stichting wijst op concrete resultaten van dat beleid, zoals de stijging van vrouwelijke sprekers op PyCon US van 1 procent in 2011 naar 40 procent vijf jaar later, een verandering die volgens de PSF het gevolg is van actief beleid en gerichte aandacht. Praktisch bewijs van die inzet is ook terug te vinden in het team: acht van de veertien medewerkers zijn vrouwen.
De zaak zet een bredere discussie in de verf over voorwaarden van overheidsfinanciering, de autonomie van non-profits en de spanning tussen veiligheidsfinanciering en beleidsbeperkingen rond DEI — mede relevant omdat grotere techbedrijven soms hun diversiteitsbeleid aanpassen onder politieke druk, terwijl de PSF ditmaal juist koos vast te houden aan haar waarden.