Van opensource naar 'open washing': waarom bedrijven nu misbruik maken van vertrouwen in licenties

maandag, 18 augustus 2025 (16:32) - Computable

In dit artikel:

Opensource krijgt een imagoprobleem nu grote spelers en startups ai‑modellen als “open” bestempelen terwijl hun licenties commerciële of cloud‑distributie beperken. Dat heet in de opinie “open washing”: het zichtbaar maken van broncode zonder de fundamentele vrijheden te garanderen die volgens de Open Source Definition horen bij opensource‑software. Een bekend voorbeeld is Meta’s Llama‑serie (lancering in 2023), waarvan de licentie commerciële herdistributie uitsluit en door de Open Source Initiative niet als opensource wordt erkend. Ook kleinere projecten volgen die strategie; de Britse startup Eigent voert op GitHub een op Apache 2.0 lijkende licentie met extra clausules die saas‑exploitatie inperken, waardoor integratie in gesloten producten praktisch onmogelijk wordt.

Het probleem is tweeledig. Technisch blijft broncode leesbaar en verifieerbaar, maar juridisch en praktisch ontbreken de vrijheden die ontwikkelaars, bedrijven en gebruikers van opensource gewend zijn: vrije herdistributie en neutrale toepasbaarheid ongeacht bedrijfsmodel. Marketing spreekt vaak dwars door die nuance heen en labelt projecten toch als “opensource”, wat integrators kan misleiden en juridische risico’s creëert voor wie de kleine lettertjes niet uitleest. Dat ondermijnt decennia aan vertrouwen en duidelijke definities binnen het opensource‑ecosysteem.

Als reactie wint klassieke copyleft (de GPL‑familie) weer aan aantrekkingskracht. In tegenstelling tot permissieve licenties zoals MIT of Apache 2.0, dwingt copyleft teruggeven van verbeteringen af en voorkomt het dat binary‑distributie zonder bron blijft rondgaan. Die restrictie is transparant en niet discriminerend, anders dan non‑commercial clausules die selectief markttoegang blokkeren en niet door de OSI worden geaccepteerd.

Juridische adviseurs signaleren een bredere trend: bedrijven kiezen vaker voor ‘source‑available’ licenties om investeerders meer controle te geven over intellectueel eigendom en data‑exclusiviteit. De angst is begrijpelijk — een concurrent kan met kostenarme gpu‑tijd en een fork marktaandeel bedreigen — maar het creëert een grijs terrein vol halfvaste termen als “community edition”, “ethical opensource” en “commercial‑friendly license” zonder eenduidige betekenis.

De oproep in het stuk is concreet: ontwikkelaars en beslissers moeten weer scherper naar licentieteksten kijken en de term opensource terugclaimen door OSI‑goedgekeurde permissieve of copyleft‑licenties te hanteren en te respecteren. Voor eindgebruikers en kopers geldt een simpele vuistregel: vraag expliciet welke OSI‑licentie van toepassing is voordat een model of project als opensource wordt geaccepteerd. Echte opensource begint en eindigt bij de licentietekst.

Auteursvermelding: Bart van Maarseveen, ceo van Outpacr, gespecialiseerd in lokaal draaiende ai‑stacks op basis van permissieve opensource.